Politiek moet 3-30-300-groenregel meenemen in oplossing woningtekort
De problemen op de woningmarkt staan voor de kiezer met stip op 1 als belangrijkste thema voor de Tweede Kamerverkiezingen. Het is overduidelijk dat er iets moet gebeuren, maar bouw om steden toekomstbestendig te maken vooral samen met de natuur. Dat is belangrijk voor ieders gezondheid én de biodiversiteit.
3-30-300-regel
Als IVN Natuureducatie roepen we de politiek daarom op vooral aan de slag te gaan met de 3-30-300-regel. Kort door de bocht: vanuit ieder raam zicht op 3 bomen, ieder gebouw voor 30 procent in de groene schaduw en binnen 300 meter een groene recreatieplek.
We zullen de komende decennia rekening moeten houden met veranderende weersomstandigheden. In de zomer zullen steden vaker zuchten onder de hitte, terwijl op andere momenten hevige neerslag zal zorgen voor flinke wateroverlast. Dat valt niet te negeren.
Groenplan
Steden moeten aan de slag met meer natuur. Dat begint bij mensen in de achtertuin, waarvan vele helaas volledig betegeld zijn, maar gemeenten zelf moeten ook echt een groenplan maken. IVN pleit ervoor dat hierbij de 3-30-300-regel, bedacht door Cecil Konijnendijk van Nature Based Solutions Institute, steevast in beleid moet worden opgenomen. Natuurlijk zal dit niet overal realistisch zijn, maar het vormt wel een goede basis voor beleid.
Tiny Forests
Dat meer natuur werkt om hittestress tegen te gaan, bewijzen de Tiny Forests, waarvan IVN er in heel het land al ruim tweehonderd heeft geplant. In deze inheemse minibossen ter grootte van een tennisbaan is het op hete dagen wel 20 graden koeler dan in de stad, zo blijkt uit onderzoek van de WUR. Ook zorgen ze voor waterberging en geven ze een boost aan de biodiversiteit.
Kortom, wonen én groen in de stad kunnen en moeten samen gaan. Vooral voor de jongeren, die geen betaalbare woning kunnen vinden, moet de huizenmarkt uit het slob komen. Maar dat moet samen met de natuur, want iedereen heeft recht op een groene, gezonde toekomst.
Bron: IVN Natuureducatie